Als benaming van de abdij van Nonnen-Mielen komen in de geraadpleegde bronnen meerdere verschillende schrijfwijzen voor.
Hieronder een bondig overzicht van de gebruikte benamingen.
Wij volgden de spellingsregels van het Team Taaladvies van de Vlaamse overheid en schrijven dus: Nonnen-Mielen.
Periode | Schrijfwijze | Auteur | Bron |
1682 | Abdij van Mielen | L. Warnauts | Plannen eigendommen armetafels Sint-Truiden |
1743 | Abaïe de Milen | L. de Saumery | Les Délices du pays de Lièe |
1745 | AB. de Milen | J. Villaret | De Villaretkaart |
1777 | Couvent NONNEMILEN | J. de Ferraris | De Ferrariskaart |
1886 | L'abbaye/le couvent de Milen L'abbesse de Nonne-Mielen |
F. Straven | Inventaire analytique et chronologique des archives de la ville de Saint-Trond |
1971 | Abdij te Nonnemielen | J. Martens | Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij |
1971 | Nonnen-Mielen | L. Raskin | Inventaris van de Limburgse kastelen |
1981 | Nonnen-Mielen | F. Schlusmans | Inventaris onroerend erfgoed |
2006 | Abdij van Nonnemielen | J. Rutten | Sint-Truiden, stad van kerken en kloosters |
2010 | Abdij Nonnenmielen | P. Diriken | Geogids Sint-Truiden |
2015 | Het klooster van Nonnemielen | M. Briers | Metsteren-Sint-Truiden. Een gehucht met geschiedenis. |
Vaststelling:
Als men de kaart van Villaret uit 1745 vergelijkt met de kaart van De Ferraris uit 1777 dan stelt men vast dat het abdijcomplex op 22 jaar tijd flink is uitgebreid.
En als men de situatie van 1745 met deze van 1795 vergelijkt dan stelt men vast dat de abdij in een tijdspanne van 50 jaar uitgebreid werd van enkele gebouwen tot een echte parochie met parochiekerk, abdijkerk, een abdissenvleugel, het christinakoor en een hoeve.
Dit geheel was omringd door een vijver.
Bij de aanvang van de Franse overheersing die begon in 1795 werden alle kloosters en abdijen aangeslagen en publiekelijk verkocht.
De nonnen werden verjaagd.
Dit was het einde van het bestaan van de abdij van Nonnen-Mielen.
E.H. Jules Bongaerts, pastoor van Melveren in de periode van 1985 tot 1998, heeft in 1997 een uitgebreide studie gemaakt over het ontstaan en het reilen en zeilen van de Abdij van Nonnen-Mielen.
Daarom zullen we ons beperken tot een bondig overzicht van de geschiedenis.
Onze vraag is: hoe is zo een vermaarde en bloeiende abdij kunnen ontstaan in Mielen, een plaatsje gelegen langs het kleine gehucht Metsteren?
Het Sint-Catharina klooster werd vermoedelijk door de abdij van Sint-Trudo gesticht na 1150.
In het derde deel van "Les délices du pays de Liège" uitgegeven door Everard Kint in 1743 schrijft De Saumery op pagina 367 dat dit klooster zich bevond in een buitenwijk van Sint-Truiden. Volgens het Sint-Truidens kadasterplan van 1684 was dit in de buurt van het huidige station. De zusters waren bekend onder de naam " Sœurs noires" (= Zwartzusters) en hun klooster als "Monastère de Ste. Catherine".
De Saumery schrijft: "Door de vele giften die ze ontvingen waren ze in staat om in 1212 "Le Chateau & la Seignerie du Village de Mielen" te kopen". Ze kochten dus het kasteel en de "heerlijkheid" van het dorp Mielen.
Deze heerlijkheid was verbonden aan Arnulf III, graaf van Loon die afstand deed van de heerlijkheid voor de som van 525 witte ponden.
Wat is een heerlijkheid? ← klik hier voor uitleg
Vijf jaar later, dus in 1217, werd volgens De Saumery, het kasteel omgevormd tot een klooster.
In 1231 was het klooster klaar en verhuisden de zusters naar Mielen.
In het begin werd de plaatselijke parochiekerk ook gebruikt als kloosterkerk. Later lieten de zusters een eigen kloosterkerk bouwen. Dit was nodig omdat binnen de muren van het klooster geen mannen mochten komen. Op te merken valt dat het domein Mielen niet afhankelijk was van de Sint-Trudo abdij maar afhing van het prinsbisdom Luik.
Door de vele giften, erfenissen en aankopen groeide het klooster vrij snel.
De watermolen met aanpalende hoeve te Metsteren, die in bezit was van de Trudo abdij, werd op 1269 in ruil voor andere bezittingen overgedragen aan het klooster van de zusters te Nonnen-Mielen.
De volgende jaren kregen ze als geschenk of kochten ze grote stukken landbouwgrond op de zgn. Metsteren-bergen, de Bornedries, de Engelbamp, de " Dodenberg" ( nu domein Sancta Maria-Asster) en de winning van Schorrebos.
Verder verwierven ze gronden in Donk, Stevoort, Rummen, Horpmaal,Velm, Brustem, Batsheer, Gingelom, Gorsem. De totale oppervlakte van de eigendommen en gronden wordt geraamd op 610 ha. Dit is een gigantisch grote oppervlakte. Het klooster was dus "schatrijk". Al deze gronden werden verpacht en de landbouwer-pachter moest een deel van de opbrengst afstaan aan het klooster. Ook de hoeve van het klooster en de Schorrebos winning werden verpacht.
Het was in die tijd gebruikelijk dat de pachters of boeren hun graanoogst konden opslaan in de grote schuren van een klooster of van een kasteelheer mits het afstaan van een tiende deel van de oogst. Vandaar de benaming "tiendenschuur". Ook het klooster van Mielen had zo een schuur. Deze schuur bestaat nog steeds.
In 1543 werd het klooster (Convent Sancte Catherine) tot abdij verheven.
De toegang tot het abdijcomplex was via de grote poort waar zich ook de boerderij bevond.
Er was een mooie dreef die begon vanaf de ingangspoort en toegang gaf tot Melveren. Deze mooie dreef van platanen en ongeveer 700 m lang is, bestaat nog steeds. Op het einde van deze dreef was er een weg door de akkers die rechtstreeks toegang gaf tot boerderij van Schorrebos.
Deze weg bestond uit een deel dat uitgehold was en aansloot op de weg van Metsteren naar Kelsbeek met een afslag rechts die eveneens naar de boerderij van Schorrebos leidde.
Deze weg bestaat heden niet meer maar het uitgeholde deel van deze weg is nog goed zichtbaar en wordt in Metsteren "het geitenbosje" genoemd. De Diestersteenweg bestond toen nog niet.
Tijdens de Franse overheersing (van 1795 tot 1815) werden alle abdijen en kloosters opgeheven en publiekelijk verkocht.
In de periode 1795 tot 1797 werd de abdij van Nonnen-Mielen onder sekwester geplaatst en werden de nonnen verplicht 1000 gulden te betalen voor de Franse bezetter.
Het jaar 1797 betekende het definitief einde van de abdij van Nonnen-Mielen. De abdij werd verkocht voor de som van 200.000 pond aan Eugène Delpier uit Luik. Ook de parochekerk en het refusiehuis werden verkocht. (bron: J. Bongaerts)
Terug naar begin pagina Klik hier op de blauwe link om terug te gaan naar het begin van deze pagina