Om iets over de geschiedenis van Metsteren te kunnen vertellen zouden we een antwoord moeten vinden op volgende vragen:
- sinds wanneer bestaat Metsteren als bewoond gebied?
- bestaan er documenten waaruit dit kan afgeleid worden?
- bestaan er zeer oude topografische kaarten met de ligging van Metsteren?
In wat volgt zullen we vernemen dat heel wat informatie over Metsteren en omgeving neergeschreven werd door een aantal abten van de vroegere Abdij van Sint-Truiden en dit voor de periode 628 tot 1558 na Chr.
Een tweede bron van informatie over Metsteren en omgeving vinden we in "Les DELICES du pays de Liège - 1743".
Een derde bron van informatie vinden we in "Inventaire analytique et chronologique des archives de la ville de Saint-Trond - 1886 ".
De oudste kaart van Sint-truiden en omgeving die wij vonden dateert van 1682.
Wat topografische kaarten betreft:
- de oudste topografische kaart van België dateert van 1745 en werd gemaakt in opdracht van de Franse koning Lodewijk XV.
- een andere oude kaart is de Ferrariskaart uit 1771-1778, ook genoemd de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Kuik.
- een topografische kaart van 1941 gemaakt door de Duitse bezetter tijdens de 2de wereldoorlog.
Op te merken valt dat de oude teksten uit de middeleeuwen meestal in het latijn werden geschreven.
Voor de getallen gebruikte men vaak Romeise cijfers.
Ook gebruikte men een aantal woorden die niet behoren tot onze huidige woordenschat.
Daarom is het nuttig enkele begrippen uit die tijd toe te lichten.
In de woorden of begrippen die nu volgen moet u op het gele woord klikken om de gewenste uitleg te krijgen. Nadien klikt u op het kruisje rechtsbovenaan om terug te keren.
Wat is een heerlijkheid? ← klik hier voor uitleg
Wat is de betekenis van heer in deze context ?
Wat is een schout?
Wat is een abt of een abdis?
Wat is een abdij?
Wat is een klooster?
Hoe zet men Romeinse getallen om in Arabische getallen (= ons huidig getalstelsel)?
Van de geschiedenis van Metsteren vóór 628 na Chr. is voor zover wij konden nagaan niets bekend.
De meeste informatie over Metsteren en omgeving in de vroege periode van 628 tot 1679 wordt beschreven in de Kronieken van de Abdij van Sint-Truiden. Deze kronieken werden door de abten geschreven in het latijn. Deze kronieken bestaan uit drie delen. Ze werden vertaald door Dr. E. Lavigne.
Het 1ste deel handelt over de periode van: 628 - 1138
Het tweede deel handelt over de perode van: 1138 - 1558
Het derde deel handelt over de perode van: 1558 - 1679
In deze kronieken komen de namen van Metsteren, Melveren, Mielen of Nonnen-Mielen, en Tebeek veelvuldig voor. Over Kelsbeek en Bornedries wordt niet gesproken
Onderstaande tabel geeft weer hoe dikwijls de namen Metsteren, Melveren, Mielen of Nonnen-Mielen en Terbeek voorkomen in deze kronieken.
1ste deel | 2de deel | 3de deel | |
Metsteren | 7 | 5 | 0 |
Nonnen-Mielen | 0 | 13 | 5 |
Terbeek | 0 | 0 | 5 |
Melveren | 15 | 6 | 9 |
De benedictijnerabt Rodulfus van de Addij van Sint-Truiden heeft een uitgebreide kroniek geschreven over het reilen en zeilen van de Abdij gedurende de periode 628-1138.
Maar wie was Rodulfus van Sint-Truiden?
Hij werd geboren in 1070 te Moustier-sur-Sambre en overleed in 1138 te Sint-Truiden. Hij was de 30ste benedictijnerabt van de Abdij van Sint-Truiden. Zie hieronder een tabel met de vermelding van enkele abten en hun verwezenlijkingen.
Naam | Periode | Abt nr. | Opmerkingen |
Trudo | ca. 650-693 | Stichter van de abdij. | |
Imizo | 883 | 16de abt | In deze periode werd de abdij verwoest door de Noormannen. |
Adelardus II | 1055-1082 | 23ste abt | Bouwde de Onze-Lieve-Vrouwkerk en de Sint-Gangulfuskerk . |
Lanzo | 1083-1085 | 25 ste abt | In 1085 brandde de Onze-Lieve-Vrouwkerk af. |
Luipo | 1085 | 26ste abt | In 1085 werd de abdij en de Onze-Lieve-Vrouwkerk volledig verwoest. |
Diederik | 1099-1107 | 29ste abt | Herbouwde koor en crypte. |
Rodulfus | 1108-1138 | 30ste abt | Hij is de eerste schrijver van de kroniek van de abten van Sint-Truiden vanaf 628 tot 1138. In deze kroniek komt de naam Metsteren 6 maal voor. |
Folkard | 1138-1145 | 31ste abt | Conflicten met de Truiense bierbrouwers over cijnzen. Schrijft over Metsteren. |
Willem I | 1248-1272 | 40ste abt | Schrijft over de molen te Metsteren. |
Adam van Ordingen | 1297-1330 | 43ste abt | Vrede van Nieuwenhoven. |
Amelius Mascherel | 1330-1350 | 44ste abt | Herbouwde het kasteel van Nieuwenhoven. |
Robert van Craenwick | 1350-1366 | 45ste abt | Ondervond veel tegenstand van de schepenen van Sint-Truiden. Door de dreiging van de Truienaren ontvluchtten de monniken de abdij. |
Zacheus van Vrankenhoven | 1366-1391 | 46ste abt | Ondervond veel tegenstand van de schepenen van Sint-Truiden. Door de dreiging van de Truienaren ontvluchtten de monniken de abdij. |
Hendrik van Koninksem | 1443-1470 | 50ste abt | Sticht in 1148 het bogaardenklooster te Zepperen. |
Arnold van Beringen | 1469-1483 | 51ste abt | Schrijver van een deel van de kronieken van de abten van de Trudoabdij. |
Hubertus van Suetendael | 1638-1663 | 59ste abt | Bouwheer van de barokpoort en het kasteel van Nieuwenhoven. |
Servais Foullon | 1679 | 61ste abt | Schrijver van de kroniek van de abdij Sint-Truiden (1558-1679) |
Joseph van Herck | 1751-1780 | Bouwheer van het poortgebouw en de Keizerszaal. | |
Eurcherius Knaepen | 1791-1795 | laatste abt | Opheffing van de abdij van Sint-Truiden. De inval van Franse revolutionaire troepen in 1792 betekende het einde van de abdij. Abt en monniken vluchtten en de abdijgoederen werden aangeslagen. In 1794 werd Sint-Truiden aangehecht bij de Eerste Franse Republiek. |
(*) Bron: Wikipedia
Abt Rodulfus schreef zo maar eventjes 9 boeken met de kronieken van de Abdij. Al deze boeken werden in het latijn geschreven.
De eerste 7 werden geschreven in 1115 en het 9de in 1136.
Vooral dat negende boek is voor ons interessant.
Dat negende boek is eigenlijk een lange brief gericht aan zijn bisschop nl. de bisschop van Metz.
In dit boek brengt hij een nauwkeurig verslag over al de aanwinsten van de kerk van de H. Trudo (lees Abdij)
tijdens zijn aanstelling tot abt in 1108 tot 1136.
Deze brief in boekvorm handelt dus vooral over de goederen (gronden en gebouwen) die onder zijn abtschap werden aangeworven d.w.z. gekocht of verkregen uit schenkingen.
Vanwaar kwamen die middelen om aankopen te doen?
Wel, de Abdij van de H.Trudo was in die tijd en ook later een bekend bedevaartsoord. De vele pelgrims offerden vaak zeer gul. Daarenboven werden veel gronden in bruikleen gegevens wat ook veel opbracht.
In dit negende boek van Rodulfus komt de naam Metsteren zes maal voor. Over Terbeek wordt niet gesproken, wel over Melveren, Gorsem, Runkelen, Schurhoven en Duras.
Wat schrijft Rodulfus over Metsteren?
Vóór 1108 1108 was er al een molen in Metsteren in handen van de Abdij maar in 1108 was ze als bruikleen in handen van een van de rechters nl. Udelrik. Aangezien er geen wettelijke erfgenamen waren na de dood van Udelrik verwierf Rodulfus de molen.
Tijdens de abtstermijn van Rodulfus
had de Abdij van Sint-Truiden niet enkel de watermolen te Metsteren in haar bezit maar zij bezat daar ook een hoeve, een brouwerij en een kleine taverne. Ook was er een molen in Melveren en Gorsem waarvan de opbrengst bestemd was voor de Abdij.
Verder had de abdij het bos van Metsteren in haar bezit. Dit was een groot bos met hoge bomen
dat grensde aan het kasteel van Duras. Ook het grote bos van Melveren (Nieuwenhoven) was in hun bezit.
Maar in die tijd kwamen de inwoners van Duras dagelijks bomen kappen in dat bos. Om hier paal en perk aan te stellen werd het bos verkocht. Maar de tot bouwland verwerkte grond werd behouden.
Abt Rodulfus werd in 1138 opgevolgd door abt Folkard (31ste abt).
Tijdens
diens abtstermijn van 1138 tot 1145 ging de brouwerij van Metsteren teloor door verwaarlozing.
Wel had de Abdij van Sint-Truiden in Metsteren nog steeds de molen, de hoeve, landbouwgrond en een weide in haar bezit.
Willem I was abt van 1248 tot 1272 (40 ste abt). Tijdens zijn abtstermijn gebeurde er ook een en ander in Metsteren, Melveren en Gorsem.
De abdij had, zoals hierboven vermeld, een molen te Metsteren, Melveren en Gorsem.
In die periode (1256) hadden de dekens van de gilden van Sint-Truiden, in opdracht van de hertog van Brabant, het volk opgeruid om de wapens te grijpen tegen de Abdij en de abt.
Ze braken het ijzerwerk van de molenstenen in de molens van Melveren en Gorsem (Gorsembrul genoemd) af en richten veel vernielingen aan de Abdij aan.
In 1258 bracht abt Willem I al de begijnen bijeen die verspreid waren over verschillende parochiers van Sint-Truiden. De begijnen werden verplicht hun koren voortaan te laten malen in de molen van Melveren.
In 1269 werd in ruil voor andere bezittingen de molen te Metsteren overgedragen aan het klooster van de zusters te Nonnen-Mielen.
Opgelet: in de tekst is te lezen dat de plaats Milen of Mielen of Nonnen-Mielen een plek is gelegen ten noorden van de stad Sint-Truiden en grenzend aan het gehucht Metsteren. Men mag dus Mielen niet beschouwen als een deel van Metsteren.
Tijdens de abtsperiode van abt Robert van Craenwick van 1350 tot 1366 (45ste abt) gebeurde er veel vandalisme in onze streken.
In 1361 werd de graanschuur van de pachter te Engelbamp (Melveren) in brand gestoken. Ook de molen te Melveren werd in brand gestoken.
In 1364 kocht abt Robert van Craenwick de Mierhoop, ook het Galgenbos genoemd. Dit was ruim 40 ha landbouwgrond en 20 ha bos. Eveneens verwierf de abdij 20 ha grond in de omgeving van de Heide.
In 1365 werd een van die brandstichters aangehouden bij de brug over de Melsterbeek te Melveren.
Hij werd, bij de molen te Melveren, achter paarden gebonden en naar de plaats van de terechtstelling gesleept. Daar werd hij geradbraakt.
In 1367 kocht abt Zacheus van Vrankenhoven ( = 16ste abt 1366-1391) nog extra 47 ha beemden, vijvers en bos bij.
Klik op de foto om deze te vergroten.
Wat is radbraken ?
Wat een vreselijke tijd!
1530: Volgens een decreet van de 13 ambachten van de stad Sint-Truiden mag men in de stad en in de vrijgestelde gebieden o.a. in Metsteren, terug bier brouwen tegen 9 schillingen voor de bewoners maar voor de bourgeoisie tegen 6 à 3 schillingen.
De inhoudsmaat moest 20 aimes zijn.
Maar er moest taks betaald worden aan de belastingontvanger.
Wie dat niet deed kreeg als straf een reis naar Rocamadour.
1554: Het stransport van hout van de bossen van Metsteren wordt streng gereglementeerd.
Dit transport mocht alleen gebeuren als het hout bestemd was voor een "bourgeois" van Sint-Truiden.
Wie deze maatregel niet volgde kreeg eveneens als straf een reis naar Rocamadour.
Is dit een zware straf?
Daarom even een toelichting.
Rocamadour is een stad in Frankrijk, gelegen in het Centraal Massief, departement Lot. De stad was en is nog steeds een druk bezochte bedevaartplaats.
Deze stad is gebouwd op een rots met hoogte 364m.
Maar de afstand van Sint-Truiden tot Rocamadour is 895 km.
Met de auto is dit 9u 14 min als men niet stopt onderweg.
Maar de arme stakkers moesten deze afstand te voet op klompen afleggen. En men moest nadien kunnen bewijzen dat men in Rocamadour geweest was en de stijle rotsweg had beklommen.
Dit was dus wel een ongezien zware straf.
NB: Deze stad is nog steeds een bedevaartsoord. Naast de tombe van Sint-Amadour is de Zwarte Madonna van Rocamadour een belangrijke reden voor een pelgrimstocht.
Klik op de foto om deze te vergroten.
Dit werk bestaat uit 5 delen. Het geeft een indrukwekkende beschrijving van het prinsbisdom Luik. Het boek werd geschreven door Pierre Lambert de Saumery. Het werd geschreven in de periode 1738 à 1744. Vooral het onderdeel 2 van deel 3 interesseert ons. Dit onderdeel uitgegeven in 1743 handelt over de geschiedenis van Haspengouw.
In dit onderdeel lezen we dat er naast het klooster (abdij) van Nonnen-Mielen nabij Metsteren een 2de abdij was op zeer korte afstand, namelijk in Terbeek. Deze abdij van Terbeek was totaal onafhankelijk van de abdij van Nonnen-Mielen.
De Saumery schrijft dat een groep cisterciënzerinnen te midden van een paradijselijke omgeving in Terbeek bijna zes eeuwen lang in totale afzondering hebben geleefd. We komen hier nog uitgebreid op terug in het hoofdstuk "Abdijen".
Klik op de foto om deze te vergroten.
Toelichting bij deze kaart:
Deze kaart is afkomstig uit de "plannen der landelijke eigendommen der armentafels" van Sint-Truiden. Deze plannen werden in kaart gebracht door Lambrecht Warnouts.
Toelichting bij deze kaart:
Na de troonsbestijging van Maria Theresia als aartshertogin van Oostenrijk brak in heel Europa de Oostenrijkse Successieoorlog uit. Ook de Zuidelijke Nederlanden werden getroffen door het oorlogsgeweld. Na de Slag bij Fontenoy op 11 mei 1745 bezetten de Fransen de Zuidelijke Nederlanden tot de Vrede van Aken (1748).
De Franse koning Lodewijk XV gaf vervolgens de opdracht aan enkele cartografen om het pas veroverde gebied gedetailleerd in kaart te brengen.
Deze kaart is de eerste topografische kaart van een groot deel van de Zuidelijke Nederlanden en wordt bewaard in het Institut Géographique National in Vincennes (Frankrijk) .
Aan deze kaart werkten meerdere cartografen: Jean Villaret, François Masse en Cassini de Thury.
Deze topografische kaart is een kwart eeuw ouder dan de meer bekende Ferrariskaart (1771-1778).
Toelichting bij deze kaart:
De Ferrariskaarten (Cartes de Ferraris) zijn een verzameling van 275 uiterst gedetailleerde topografische kaarten van de Oostenrijkse Nederlanden. Zij kwamen tussen 1771 en 1778 tot stand onder leiding van Joseph de Ferraris, generaal bij de Oostenrijkse artillerie, veldmaarschalk in de Oostenrijkse Nederlanden. Het is de eerste systematische en grootschalige kartering van een uitgestrekt gebied in West-Europa. Bron: Oostenrijks Staatsarchief
Terug naar begin pagina Klik hier op de blauwe link om terug te gaan naar het begin van deze pagina